Buddy Sören helpt vluchteling Zakariya met inburgeren

Buddyprogramma koppelt Boze Witte Buddy’s aan vluchtelingen

Europese landen worstelen ermee: hoe laat je mannelijke vluchtelingen uit het Midden-Oosten de westerse waarden en normen omarmen? Duitsland zoekt de oplossing in een buddysysteem: koppel een mannelijke migrant aan een Duitse man.

Door: Sterre Lindhout. De Volkskrant. 8 maart 2017

Laatst, in een jazzcafé, bespraken Sören en Zakariya de mannenliefde. Het was Zakariya opgevallen dat het zo normaal is hier in Berlijn, vertelt Sören. ‘Ik val op vrouwen, hè’, zegt Zakariya. Hij lacht erbij, maar wil mogelijke misverstanden toch voor zijn. ‘De eerste keer dat ik mannen zag kussen op straat, dacht ik: wat gebeurt hier? Nu vind ik het prima, zolang ze mij maar niet komen kussen.’ Nu lacht Sören.

Zakariya (27) en Sören (32), twee ontspannen mannen op een afgeragd bankstel in een café vol met leeftijdsgenoten. Ze praten, rekken zich uit, nemen nog een slok koffie – dingen die vrienden doen op zaterdagmiddagen. ‘We zijn ook gewoon vrienden’, zegt Zakariya.

Officieel zijn ze buddy’s. Zakariya komt uit Syrië, uit Aleppo. Sören komt uit Zwitserland, maar in het ‘Buddyprogramma’ waar deze mannen aan meedoen is hij ‘de Duitser’.

Duitse mannen en mannelijke vluchtelingen nader tot elkaar te brengen, dat is het doel van het programma. Die toenadering is in eerste instantie letterlijk: Sören en Zakariya hebben net als de twintig andere vrijwillige koppels beloofd een half jaar lang minstens een keer per veertien dagen met elkaar af te spreken.

Iemand die met vluchtelingen van gedachten wisselt, zal minder snel ten prooi vallen aan de populisten. Tenminste, dat is het idee

Wat ze dan doen, maakt niet uit. Dus koken ze samen, of ze gaan uit met bevriende buddykoppels. En soms, zoals nu, hangen ze gewoon rond.

Al kokend of hangend zouden de buddy’s ook figuurlijk nader tot elkaar moeten komen, in gesprek moeten raken over waarden en ideeën. En het zou mooi zijn als ze daarbij van lieverlee ook stuiten op kwesties waar de schoen wringt – zoals bijvoorbeeld mannenliefde.

Tweerichtingsverkeer

Idealiter is er dan tweerichtingsverkeer; worden niet alleen de vluchtelingen rondgeleid in een exotische ideeëntuin, maar de Duitsers evengoed. Op die manier stellen beide partijen hun culturele aannamen en gewoonten op de proef. Het buddyprogramma is dus niet alleen integratie, maar ook een preventief middel tegen vreemdelingenangst. Iemand die met vluchtelingen van gedachten wisselt, zal minder snel ten prooi vallen aan de populistische AfD. Tenminste, dat is het idee.

Dat Sören, masterstudent pschychologie, ooit AfD zal stemmen acht hij zelf onwaarschijnlijk. Dat neemt niet weg dat hij, pratend met Zakariya, ideeën hoort die hij in zijn vriendenkring nooit hoort.

‘Ik ben er wel achter gekomen dat ik in een bubble zit. Zakariya legde me net nog uit waarom hij fan is van Erdogan.’ Daarbij trekt Sören zijn wenkbrauwen theatraal omhoog, tot boven het montuur van zijn zwarte bril.

Van een Syrische deelnemer weet Blokland dat hij onlangs lid is geworden van de SPD. ‘Dat is prachtig toch’

‘Nee, nee’, corrigeert Zakariya, met een zelfde, licht theatrale oogopslag, maar met een serieuze ondertoon. ‘Ik zei dat ik bewondering heb voor de manier waarop Erdogan de rust en de orde bewaart in zijn land, waar zo veel verschillende bevolkingsgroepen leven. Dat doet hij goed. In Aleppo heb ik gezien hoe snel het uit de hand loopt als die orde er niet is.’

‘Ik kan niet echt zeggen dat ik het daarmee eens ben’, zegt Sören. ‘Maar als ik dan denk aan wat ik weet over het leven van Zakariya, dan begrijp ik wel wat hij bedoelt.’

Het contact tussen de twee mannen verloopt precies zoals Hans Blokland het voor zich zag toen hij het buddyprogramma vorig jaar bedacht. Lang was hij als politicoloog werkzaam aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en was hij hoogleraar aan Sciences Po, het Instituut voot politieke studies in Parijs. Nu staat hij aan het roer van de denktank Social Science Works, gevestigd in Potsdam, die hij enkele jaren geleden mede oprichtte.

‘These people, they aren’t stupid’

Blokland is, zijn naam verraadt het al, Nederlander. Maar voor de Nederlandse verplichte integratiecursus met zijn lessen normen en waarden en zijn toets over culturele eigenaardigheden heeft hij geen goed woord over. In Duitsland bestaat zo’n verplichte cursus pas net, en zonder examen. ‘Oriëntatie op de democratie’, heet het traject. Ook daar zitten volgens Blokland haken en ogen aan. Wat hij ervan gezien heeft, is het onderwijs veel te frontaal. De juf of meester zendt, de vluchtelingen ontvangen. ‘Daarbij worden ze heel nadrukkelijk als vluchteling aangesproken, dus als probleemgroep.’

In het buddyproject spreken de deelnemers elkaar op ooghoogte aan, als burgers, zegt Blokland. En hij citeert daarbij de politicoloog Robert Dahl, ooit zijn leermeester aan Yale: ‘These people, they aren’t stupid.’

Van een Syrische deelnemer weet Blokland dat hij onlangs lid is geworden van de SPD. ‘Dat is prachtig toch.’

‘Uiteindelijk bespreek je geen individuele ideeën, maar een wereldbeschouwing, een perspectief op het samenleven.

Voorafgaand aan het ‘buddyschap’ volgden de deelnemers zes workshops over waarden en ideeën die centraal staan in westerse samenlevingen: vrijheid, gelijkheid, emancipatie, humanisme, gender – waarden waarvan we in het westen denken dat die het best gewaarborgd worden in een democratisch bestel – en waarvan sommigen denken dat ze worden bedreigd door migranten.

De gesprekken gingen – en dit vindt Blokland een cruciaal punt – van abstract naar concreet. De cursusleider introduceerde een begrip, bijvoorbeeld vrijheid, waarover de cursisten in groepjes discussieerden. ‘Uiteindelijk bespreek je geen individuele ideeën, maar een wereldbeschouwing, een perspectief op het samenleven.’

Wat is vrijheid van meningsuiting, hoever gaat die? Mag je die vrijheid gebruiken om een organisatie op te richten die de democratie wil ontmantelen? ‘Als je over een concreet probleem begint, zoals wel of geen hoofddoekjes, is er meteen een conflict’, zegt Blokland. ‘Als je abstract begint, creëer je een gezamenlijke basis.’

Concreet werd het uiteindelijk toch wel. Zo leerde Zakariya tijdens de cursus begrijpen ‘waarom het in Duitsland normaal is dat een broer niet bepaalt wat z’n zus doet, maar zijzelf’.

Blokland kwam in 2009 naar Duitsland om les te geven aan de Humboldtuniversiteit in Berlijn. Maar in het maatschappelijk zo tumultueuze jaar 2015 besloot hij samen met een paar collega’s dat hij dichter bij de praktijk wilde staan. Nu bieden ze met Social Science Works ‘integratie- en democratieprojecten’ aan bij overheidsinstellingen.

De 15 duizend euro die nodig waren om het buddyprogramma van de grond te krijgen, worden betaald door de overheid van Brandenburg, de lege en lommerrijke deelstaat die Berlijn omringt. Tot de komst van de vluchtelingen woonden er nergens in Duitsland minder immigranten dan in Brandenburg. De AfD boert er goed.

‘We waren vooral geïnteresseerd omdat het project zich op mannen richt’, zegt Jana Wüstenhagen van de Brandenburgse Landeszentrale für politische Bildung (LPB). ‘Mannen zijn hier moeilijk te bereiken en moeilijker te overtuigen van andere ideeën. Dat wisten we, maar de komst van de vluchtelingen heeft dat probleem verduidelijkt.’ Van de Duitse vluchtelingenvrijwilligers is volgens officiële cijfers 80 procent vrouw.

Bij de zoektocht naar Duitse buddy’s ging de voorkeur uit naar ‘mannen boven de 40, traditionele familievaders’, zoals Blokland zegt. Je zou ook kunnen zeggen: Boze Witte Buddy’s.

Zakariya ziet demonstraties niet als een gezonde uiting van vrijheid, maar als een voorstadium van oorlog

Die waren een stuk moeilijker over de streep te trekken dan Blokland had gedacht. Geleurd hebben ze, bij sportverenigingen en op andere plaatsen waar mannen graag komen. ‘De meesten hadden geen zin. En als ze zin hebben om iets te doen, dan is het iets concreets, een school verven, maar niet om een langdurige verplichting aan te gaan.’

Er doen overigens wel een paar mannen mee die de naam Boze Witte Buddy eer aan zouden doen, maar die willen geen van allen met de Volkskrant praten. Maar de meesten zijn zoals Sören: grootstedelijk en hogeropgeleid.

En Sören wil Zakariya juist bewust maken van het gevaar van rechts. Dus stelde hij laatst aan een groepje vluchtelingen voor om samen naar een demonstratie te gaan, een demonstratie tegen rechts. Daar hadden de Syriërs geen zin in. Zakariya ziet demonstraties niet als een gezonde uiting van vrijheid, maar als een voorstadium van oorlog.

Hoogopgeleid

‘Ik wil mijn rust hebben, geen politiek als het niet nodig is.’ Hij volgt sinds een half jaar een opleiding tot elektricien bij het Berlijnse openbaarvervoerbedrijf BVG. En hij heeft een Duitse vriendin, leren kennen in het LaGeSo – de instantie waar Berlijnse vluchtelingen zich moesten melden en waar het in de herfst van 2015 zo’n chaos was. Zij was daar vrijwilliger. ‘Al na drie dagen was ik verliefd.’ Als hij klaar is met studeren, is Zakariya 32. ‘Dan krijgen we misschien wel een kind.’

Sören grinnikt. ‘Zakariya komt er wel’, zegt hij als die even naar de wc is. En dat vindt hij ook meteen het probleem van het Buddyprogramma. ‘Voor een vrijwillige praatclub over democratie melden zich natuurlijk alleen maar slimme hogeropgeleiden aan.’ Misschien gaat hij dat zeggen, bij de evaluatie van het project, over vier maanden.

Nou is Zakariya als elektricien geen typische hoogopgeleide, maar het programma trekt inderdaad mannen die bovengemiddeld geïnteresseerd zijn in sociale en politieke onderwerpen, zegt ook Blokland. Dat is ook de bedoeling, zegt hij. Het programma is gebaat bij personen die invloed uitoefenen op hun sociale omgeving, doorpraten over de onderwerpen die met hun buddy ter sprake komen.

Blokland mijmert over een soortelijk project met alleen vrouwen. ‘En een programma voor vluchtelingenvaders met in Duitsland opgroeiende dochters. Dat zou pas interessante gesprekken opleveren.’

Een goed idee voor Nederland?

In Nederland bestaat geen vergelijkbaar buddy-programma dat vooral gericht is op het praten over maatschappelijke waarden en ideeën. ‘Maar de thematiek is onderdeel van onze participatieverklaring’, zegt Rick van den Burg van Vluchtelingenwerk. ‘En onze maatschappelijk begeleiders krijgen natuurlijk ook vragen over deze onderwerpen.’

Van den Burg vindt het Duitse programma interessant, maar ziet geen noodzaak voor een dergelijk project in Nederland. Hij gelooft meer in maatschappelijke integratie van vluchtelingen via ‘diverse spontane contacten’.

Oftewel: vluchtelingen raken het snelst vertrouwd met de waarden van de Nederlandse samenleving als ze er en passant, via werkgevers, buren, vrijwilligers en andere contacten, mee in aanraking komen.

‘Natuurlijk is het succes van de integratie afhankelijk van de energie die beide kanten erin steken, maar over het algemeen zie ik dat vluchtelingen graag deel willen uitmaken van de Nederlandse samenleving.’

Ook het ‘mannenprobleem’ bestaat in Nederland niet, tenminste niet officieel. Zoek je op internet naar oproepen van lokale vluchtelingeninitiatieven, dan wordt wel geregeld specifiek naar mannelijke begeleiders of taalcoaches gevraagd.

Maar Vluchtelingenwerk heeft nooit een mannentekort ondervonden bij het vinden van bijvoorbeeld mensen om fietslessen te geven. Ook veel maatschappelijk begeleiders of zogenoemde taalmaatjes zijn mannen.

Wel is Van den Burg benieuwd of het programma van Social Science Works een effectief middel tegen verrechtsing zal blijken, of ten minste de scepsis tegen vluchtelingen weg kan nemen. Want dat probleem heeft Nederland ook.

En stel dat het zou werken, dan is ook in Nederland de grote vraag hoe je ‘boze witte mannen’ overhaalt een vrijwillig, langdurig contact met vluchtelingen aan te gaan.